Besparen versus investeren is een debat zonder voorwerp

Door Jan Jambon, Steven Vandeput op 13 juni 2012, over deze onderwerpen: Financiële crisis, Politiek

Links stelt dat economische groei er moet komen 'door investeringen'. Het pleit voor extra schulden op een supranationaal niveau. Maar de lidstaten moeten zelf actie ondernemen.

De aanzwellende kritiek van links op de ruime Europese aandacht voor begrotingsdiscipline om de crisis het hoofd te bieden, wordt vaak de inzet van nationale verkiezingen. Nochtans is het linkse verhaal paradoxaal en zelfs foutief.

Vooreerst is er de stelling dat Europa te eng zou focussen op besparingen en te weinig op economische groei. Pleiten voor groei is echter als pleiten voor vrede. De echte vraag is hoe die groei er moet komen. Links antwoordt onomwonden 'door investeringen'. Een schuldencrisis los je echter niet op door extra schulden te creëren. Hun voorstellen zouden daar alleen maar een extra niveau aan toevoegen, het supranationale. Op die manier hoopt links het beleid van de voorbije jaren verder te kunnen zetten.

Een foute keuze. De economische groei in het verleden was op schuld gebaseerd. We hebben nood aan duurzame en stabiele economische groei. Die komt voort uit de structurele fundamenten van een economie, zoals een goede werking van de arbeidsmarkt, voldoende inzetten op onderzoek en innovatie en vermijden dat arbeid zwaar belast wordt. Het is daarbij in de eerste plaats aan de lidstaten om door structurele hervormingen voor die fundamenten te zorgen. De aanbevelingen van de Europese Commissie kunnen niet langer louter als 'inspiratiebron' dienen. Ze moeten dwingend worden uitgevoerd.

Bovendien zullen extra schulden, door bijvoorbeeld projectobligaties uit te geven, het competitiviteitsverschil tussen de lidstaten niet oplossen. Dat is de problemen voor zich uit schuiven. Ook voor de uitgifte van euro-obligaties is de tijd niet rijp. Pas als de lidstaten de nodige budgettaire inspanningen en structurele hervormingen hebben doorgevoerd, kan daar aan gedacht worden. Zo niet, herhalen ze de fouten uit het verleden en verdwijnt de reden om inspanningen te leveren. Je geeft je kredietkaart toch ook niet aan iemand wiens uitgaven je niet kan controleren?

Verder wijst links vaak met een beschuldigende vinger naar Duitsland. Het zou mee verantwoordelijk zijn voor de crisis. Landen als Spanje en Ierland zouden vóór de crisis een toonbeeld geweest zijn van budgettaire orthodoxie en worden nu zwaar gestraft door de harde besparingen onder druk van Duitsland. Die stelling steunt op de schuldgraad van die landen, en dat is een ongelukkige parameter om te vergelijken.

Minstens twee elementen ondermijnen die stelling. Ten eerste is er het noemereffect. De economie van Spanje en Ierland was in de realiteit een pak kleiner dan op papier. Ze werd kunstmatig opgepompt door een vastgoedzeepbel die nog steeds leegloopt. De lage intrestvoeten vuurden dat nog aan.

Die intrestvoeten zijn een tweede reden waarom Spanje en Ierland geen toonbeeld van budgettaire orthodoxie zijn. Vóór de invoering van de euro betaalden ze op de financiële markten hoge rentevoeten om hun schulden te (her)financieren. Na de invoering van de euro convergeerden de rentevoeten in de eurozone naar een lager niveau. Voor nogal wat overheden schiep die evolutie extra budgettaire ruimte, want de rentelasten daalden.

Welvaartsstaat
Werden overschotten geboekt met dat geld? Helemaal niet. De vrijgekomen middelen werden vooral gebruikt om een onbetaalbare welvaartsstaat uit te bouwen. Het is niet toevallig dat tussen de invoering van de euro en het uitbreken van de crisis de sociale uitgaven het meest toenamen in Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland. Landen waar in die periode links vaak mee bestuurde.

Wat moet Europa dan doen om uit de crisis te geraken? Hoe houden we het Europese project op de rails?

Zeker niet door op gelijk welk niveau nog meer schulden te creëren via bijvoorbeeld projectobligaties. De nationale politici hoeven niet te wachten op een groots Europees initiatief. Het debat over besparen versus investeren is er een zonder voorwerp. Het is immers aan de lidstaten om actie te ondernemen. Ze moeten de nodige begrotingsdiscipline aan de dag leggen om hun budgettaire situatie opnieuw gezond te maken. De fouten uit het verleden ontkennen draagt niet bij tot oplossingen.

Daarnaast moeten de eurolanden de nodige structurele hervormingen doorvoeren voor een duurzame en stabiele economische groei. Dus moeten ze de aanbevelingen die ze van de Europese Commissie krijgen, uitvoeren.

Menens
Ook Europa heeft een belangrijke taak. Het moet de nieuwe Europese maatregelen, waaronder de sixpack met sanctiemechanismen, effectief toepassen. En zo aantonen dat het menens is het budgettaire en economische toezicht te verscherpen. Op korte termijn moeten de landen in de periferie een toekomstperspectief krijgen. Dat houdt in dat ze de hervormingen uitvoeren die met Europa zijn afgesproken. Zo kunnen ze binnen een redelijke termijn hun competitiviteit terugwinnen. Zo kan de economische activiteit aantrekken en kunnen weer jobs gecreëerd worden.

Voorts zullen Duitsland en andere kernlanden hun loonmatiging stilaan moeten versoepelen opdat de periferie uitzicht kan hebben op succes.

Bovendien moet de financiering van de landen in de periferie tijdelijk overgenomen worden door de Europese reddingsfondsen, aangezien die landen afgesloten zijn van de financiële markten. Na het doorvoeren van de afgesproken structurele hervormingen zullen ze zich opnieuw zelfstandig kunnen financieren.

Romano Prodi, voormalig voorzitter van de Europese Commissie, stelde al in 2001 dat de invoering van de euro noopte tot bijkomende maatregelen. Hij gaf echter toe dat de tijd er toen politiek niet rijp voor was. Een crisis zou maken dat die instrumenten er zouden komen. Profetische woorden, zo blijkt. De crisis is er, net als de maatregelen: besparen en hervormen. Een correcte implementering moet het Europese project opnieuw op de rails krijgen.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is