U bent hier
Hoezo, weeral gaan stemmen?
Niets is zo eigen aan democratische systemen als verkiezingen. Maar er mogen er blijkbaar niet te veel zijn. Niet gaan stemmen krijgt de steun van enkele BV’s, bekende Vlamingen dus.
Er zijn twijfels over de wettelijkheid van de komende federale verkiezingen, maar daar gaat het de BV’s niet echt om. Het afwijzingsfront doet eigenlijk een beroep op een gevoel bij de mensen dat we “weeral” naar de stembus moeten. Maar is het wel juist dat we nu zo veel meer moeten gaan stemmen dan vroeger? Sinds 1987 zijn er geen vervroegde verkiezingen meer geweest. Er zijn er nu niet meer dan in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Waar klagen ze over?
Vervroegde verkiezingen zijn alleen mogelijk op het federale Belgische niveau. Sinds 1987 werden ze netjes om de vier jaar uitgeschreven, dus in 1991, 1995, 1999, 2003, 2007 en nu inderdaad één jaar vroeger dan gepland, in 2010 in plaats van 2011. Onrustwekkend veel? Het gaat om de zesde federale stembusgang in twintig jaar. In de periode tussen 1965 en 1987 waren er negen verkiezingen in 22 jaar. Er was slechts één volledige legislatuur van 4 jaar, tussen 1981 en 1985.
Te veel verkiezingen kunnen de verkiezingsallergie niet echt verklaren. Er is meer aan de hand. Ongetwijfeld leeft het gevoel van ontgoocheling en boosheid bij de gewone burger. De Belgische politiek werkt niet meer. Het veel geprezen overlegmodel is op de draad versleten.
Daarenboven wordt al lang gevraagd om de opkomstplicht af te schaffen. In de Europese Unie bestaat de zogenaamde stemplicht nog alleen in België, Luxemburg en Griekenland. Die stemplicht moet men trouwens niet al te letterlijk nemen. In België wordt het wegblijven zonder reden normaal niet vervolgd.
Bij de federale verkiezingen in 2007 ging in België 91,08% van de ingeschreven kiezers naar de stembus. In 2003 was dat 91,63% en in 1999 slechts 90,56%. Dat laatste is toch merkwaardig, want 13 juni 1999 werd de ‘moeder van alle verkiezingen’ genoemd. Die waren ‘super-samenvallend’, zoals de ware Belgen het zo graag hebben. Er werd toen gekozen voor Kamer en Senaat, voor de deelstaatparlementen én voor Europa. Die verkiezingen waren niet communautair, want de stembusgang werd helemaal gekleurd en verkleurd door de dioxinecrisis. Niettemin bleven toen meer mensen thuis dan in de vorige en volgende federale verkiezingen. Leg dat maar eens uit met de Belgische logica.
Alternatief is er wel
De kans is groot dat er in juni 2010 inderdaad meer mensen thuis blijven. De ontgoocheling over de onmacht van de gevestigde politiek in België is groot. Het land werkt niet meer en toch verkondigen de media overvloedig dat er moet onderhandeld worden, gecompenseerd, toegegeven en meer van dat. Het versleten overlegmodel wordt nog steeds gepropageerd. De oude krokodillen, die aan de basis liggen van de institutionele blokkades, worden zelfs als ‘wijzen’ opgevoerd. In de media wordt in een wijde bocht rond het echte probleem van grendels, belangenconflicten, alarmbellen en uitzonderingen op de uitzonderingen, gefietst. De institutionele vuilnisbelt, zoals politicoloog Bart Maddens dat noemt.
De ontgoocheling over de onmacht van het politiek bedrijf is begrijpelijk. Ligt dat aan de huidige generatie politici? Het ligt volgens ons veel meer aan de institutionele chaos, die geschapen werd om België te laten voortleven. België werd zo een “permanente diplomatieke conferentie”, zoals Karel De Gucht ooit zei. Niemand kan zo’n gedrocht nog beheersen.
De ontgoocheling is ook bij de ‘ware Belgen’ groot. Het is opvallend dat de oproepen om niet te gaan stemmen zeer vaak komen uit de middens, die België altijd hebben aanbeden. Zoals de BV’s, die geen Belgavox of koninklijk concert links kunnen laten liggen. België ligt op apegapen en dan moet er ineens niet meer gestemd worden.
Nochtans, wie de analyse maakt, ziet wel de weg die men zou moeten volgen. Het komt er op aan een einde te maken aan de institutionele blokkades, die het besturen onmogelijk maken. Daarom zou men nu juist meer dan ooit moeten gaan stemmen, niet voor het Belgische status quo, maar voor een Copernicaanse omwenteling die moet uitmonden in een confederaal model. Wie dat nu niet ziet, zal het nooit zien.