Tot het laatste moment

Door Jan Jambon op 11 juni 2010, over deze onderwerpen: Democratie, Politiek

Pas zondag wordt geoordeeld over verkiezingswinst of –verlies. Voorbarige zegekreten zijn dus niet gepast. De N-VA zal tot het laatste moment moeten strijden voor elke stem. Er worden ons zeker geen cadeaus gegeven.

De campagne was door het uitroepen van vervroegde verkiezingen kort, maar ongemeen fel. Het is volkomen normaal dat de concurrerende partijen elkaar niet sparen en flink in debat gaan. Dat is eigen aan de democratie. Minder evident is dat belangengroepen, die niet aan verkiezingen deelnemen, soms onverholen stemadviezen gaven, waarbij in de allereerste plaats de N-VA werd geviseerd. De grote vakorganisaties deden dat, maar ook de voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen. De vakbondsleiders deden dat expliciet, met vermelding van geoorloofde en niet-geoorloofde partijen; de voorzitter van de Belgische patroons deed dat wat subtieler, maar overduidelijk met een gelijkaardige conclusie. Vrijdag werd zelfs de Waalse industriële tycoon, Albert Frère, in Le Soir opgevoerd om de eenheid van België te beschermen.

De kiezer werd aangemaand een stem uit te brengen voor de gevestigde partijen die de bekende tactieken gebruiken om nooit iets echt te veranderen aan het Belgisch machtsevenwicht. De N-VA zegt echter dat het nu wel tijd is om te durven veranderen.

Of een stemadvies, een relict uit lang vervlogen tijden, ook nog effect heeft op mensen van de 21ste eeuw, laten we in het midden. We kunnen alleen maar hopen dat mondige burgers zelf beslissen.

Het feit dat er een algemene Belgische mobilisatie nodig was tegen de N-VA zegt wel veel. Niets was te bar om een mogelijke overwinning van de N-VA voor te stellen als de allergrootste ramp voor het land. Dat ook de vicegouverneur van de Nationale Bank in de laatste week voor de stembusgang meende te moeten waarschuwen tegen de N-VA omdat de “Vlaams-nationalisten de financiële stabiliteit van het land bedreigen”, was er wel heel ver over. Daarmee wordt de neutraliteit van de Nationale Bank door de eigen bestuurders op de helling gezet. Economen met naam, zoals Geert Noels en Paul De Grauwe, namen afstand van die paniekzaaierij. “Een brug te ver”, zei Noels. “Je moet blind zijn om niet te zien dat men de N-VA wil beschadigen”, zei De Grauwe.

Een schuld van meer dan 100 procent van het bruto binnenlands product, een deficit van meer dan 17 miljard, een gebrek aan besparingen, een povere groeikracht, een veel te lage werkzaamheidsgraad en een institutionele crisis zonder weerga zouden allemaal niet erg zijn voor de financiële markten. Maar een Vlaams-nationale partij die van zich laat spreken, dat is pas erg. Zijn de verantwoordelijken van de Belgische neergang niet beschaamd?

Het is duidelijk dat onze boodschap tot onrust leidt bij zij die blijven zweren bij het status quo. Meer dan ooit is bewezen dat het klassieke Belgische overlegmodel versleten is. We moeten terugkeren naar instellingen die niet voortdurend geblokkeerd zijn. Daarom hebben we in deze kiescampagne de boodschap verspreid om nu een belangrijke stap te zetten naar een confederale staatsvorm. Het volle gewicht van het beleid moet in handen komen van de deelstaten. Dat zal niet alleen Vlaanderen, maar ook Wallonië ten goede komen. Deze omwenteling is nodig om een antwoord te geven aan de sociaaleconomische problemen die nu niet worden aangepakt. Het wordt tijd dat het land weer bestuurd wordt, zoals Vlaanderen met onze deelname bestuurd wordt. Een sterke N-VA is dus het omgekeerde van een bedreiging, maar een remedie voor de stabiliteit van het land.

Ondanks de opeenstapeling van absurde verwijten en beschuldigingen in de laatste dagen vragen we onze kandidaten, miltanten, vrijwilligers en sympathisanten het hoofd koel te houden, zoals ze dat heel de campagne door hebben gedaan.

Blijf onze overtuiging uitdragen en wacht met vertrouwen het oordeel van de kiezer af.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is