Nu de tweede lezing is afgerond, kan het wetsontwerp voorgelegd worden aan de Raad van State, waarna het finaal kan worden goedgekeurd door de regering en voor bespreking en stemming worden voorgelegd in het parlement.
Eenvoudig en eerlijk systeem
De regering kiest voor een duidelijker pensioenmodel. De wettelijke pensioenleeftijd blijft ongewijzigd: 66 jaar vandaag en 67 jaar vanaf 2030. Ook aan de loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen wordt niet geraakt: 44 jaar voor vervroegd pensioen vanaf 60, 43 jaar voor vervroegd pensioen vanaf 61 en 42 jaar voor vervroegd pensioen vanaf 63.
Wel wordt de definitie van een loopbaanjaar aangepast: voortaan telt een jaar pas mee voor het vervroegd pensioen vanaf 156 gewerkte (of gelijkgestelde) dagen, in plaats van 104 dagen. Dat komt overeen met minstens een halftijdse job. Er worden overgangsmaatregelen voorzien om deze wijziging geleidelijk te laten verlopen. Zo blijft de drempel voor het eerste loopbaanjaar behouden op 104 dagen. Daarnaast krijgt iedereen een flexibel “potje” van vijf dagen, waarmee jaren kunnen worden aangevuld waarin men net niet aan de 156 dagen komt.
Deze pensioenhervorming wil iedereen aanmoedigen om langer te werken. Vandaag ligt de gemiddelde leeftijd waarop Belgen met pensioen gaan rond 62 jaar. Om deze leeftijd meer te doen aansluiten bij de wettelijke pensioenleeftijd, voert de overheid een eenvoudig en eerlijk bonus-malussysteem rond de wettelijke pensioenleeftijd in, vergelijkbaar met systemen die in de meeste OESO-landen al jaren bestaan. Wie zijn pensioen opneemt na de wettelijke pensioenleeftijd, krijgt meer pensioen. Wie zijn pensioen opneemt voor de wettelijke leeftijd, minder. Maar dit verlies valt wél vaak te vermijden door iets langer aan de slag te blijven.
Geen malus voor wie vroeg stopt én voldoende heeft gewerkt
Vervroegd pensioen is enkel mogelijk na een loopbaan van minstens 42 jaar. In de toekomst zal het pensioenbedrag verminderd worden (malus) voor wie op vervroegd pensioen wil gaan maar niet voldoet aan de werkvoorwaarde van 35 loopbaanjaren met elk minstens 156 effectief gewerkte dagen, én in totaal 7.020 effectief gewerkte dagen over de hele loopbaan.
Indien men het pensioen opneemt na de wettelijke leeftijd en voldoet aan deze werkvoorwaarde zal het pensioenbedrag verhoogd worden (bonus).
Periodes van tijdelijke werkloosheid, moederschapsrust, ziekteperiodes, periodes met een zorgmotief (zoals ouderschapsverlof, mantelzorg, enz.) tellen mee voor het voldoen aan deze werkvoorwaarde.
Het doel is om deze hervorming sociaal en billijk te houden, zonder de logica van langere loopbanen los te laten.
Harmonisering van de verschillende stelsels
Daarnaast groeien de verschillende pensioenstelsels naar elkaar toe, zodat de pensioenkloof tussen werknemers, zelfstandigen en ambtenaren verkleint. Deze harmonisering verloopt zeer geleidelijk: de referentieperiode voor de berekening van het pensioen van ambtenaren verschuift pas tegen 2062 volledig van 10 naar 45 jaar, zoals dit bij werknemers en zelfstandigen al het geval is.
Hieronder vindt u de antwoorden op enkele vaak terugkerende vragen over de nieuwe Pensioenwet. Alle details over de pensioenhervorming kan u lezen op de website www.pensioenhervorming.be van de Federale Pensioendienst.