Paul van Ostaijen (1896-1928) schreef de dichtbundel Bezette Stad in 1920 en 1921, tijdens zijn verblijf in Berlijn. De Antwerpse dichter verbleef van 1918 tot 1921 in de Duitse hoofdstad om te ontkomen aan de gevolgen van een veroordeling vanwege zijn betrokkenheid bij een protestmanifestatie tegen kardinaal Mercier in 1917.

Het Antwerpen van tijdens de Eerste Wereldoorlog vormt het decor van de bundel. De dichter gebruikt zijn stad als metafoor en brengt ze in vele facetten tot leven, van de oorlogsdreiging tot het uitbundige nachtleven in de music halls.   

Unieke dichtbundel met grote culturele invloed in binnen- en buitenland

Bezette Stad is voor ons taalgebied een absoluut vernieuwende dichtbundel, waarin de dichter voor het eerst in onze literatuurgeschiedenis de grenzen aftast van de mogelijke wisselwerking tussen de inhoud van de tekst en de weergave ervan. De door van Ostaijen toegepaste “ritmiese typografie” resulteert in een spectaculair ogend geheel en zorgt ervoor dat de tekst zich laat lezen als een partituur. De doorgedreven experimentele typografie is bepalend voor de samenhang en geeft van Ostaijens taal een extra dimensie. Kunstenaar Oscar Jespers stond in voor de uitvoering van de typografie en de illustraties.

Bezette Stad is niet alleen een absoluut hoogtepunt in de avant-gardeliteratuur van ons taalgebied, maar bovendien van bepalende invloed op de moderne literatuur die daarna kwam.

Ook internationaal geldt het als een iconisch werk en krijgt het aandacht in verschillende contexten, gaande van tentoonstellingen tot een brede waaier aan studies.

Bepaalde fragmenten uit de dichtbundel zoals ‘BOEM paukeslag’ behoren tot het brede collectieve geheugen.

Honderd jaar na verschijning bundel voor het eerst tentoonstelling handschrift

De iconische waarde van het handschrift, als uniek object, wordt nog veel hoger ingeschat dan die van de bundel. Geen enkel ander literair manuscript in ons taalgebied benadert de cultstatus van dit bijzondere stuk. Die status werd in de loop der decennia nog eens versterkt door het idee dat het manuscript verloren zou zijn of zich in het buitenland zou bevinden.

Het handschrift geeft zowel inzicht in het creatieproces van de kunstenaar als in de druktechnische realisatie van dit beeldend experiment. Tot in de kleinste details is te zien wat de dichter met zijn bundel beoogde. Nu, exact honderd jaar nadat het boek werd uitgegeven, kan het originele handschrift eindelijk voor het eerst worden tentoongesteld, bestudeerd en bewonderd. Vanaf 27 maart zal het voor het eerst te zien zijn in de tentoonstelling ‘Boem Paukeslag. Bezette Stad 100!’ in het Letterenhuis in Antwerpen.

Opname in Topstukkenlijst en verwerving door Vlaamse Gemeenschap

Sinds 2 maart 2020 stond dit ultieme stuk literair erfgoed op de Topstukkenlijst. Door het te verwerven garandeert de Vlaamse Gemeenschap dat het voor de toekomst bewaard zal blijven en deel zal uitmaken van ons cultureel erfgoed.

Dit bijzondere stuk werd voor de collectie Vlaanderen verworven dankzij de bemiddeling van René Franken van Antiquariaat Demian.

Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon is verheugd met de aankoop van het iconische manuscript. “Omdat het op de Topstukkenlijst stond, kon het niet zomaar op de internationale markt verkocht worden. Dat liet de Vlaamse overheid toe om in alle rust over de verwerving ervan te onderhandelen en ervoor te zorgen dat het voor het publiek toegankelijk zou worden. Zo kan het ook in optimale omstandigheden bewaard worden voor toekomstige generaties.”

Om het handschrift maximaal te ontsluiten heeft de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience het met de grootste voorzichtigheid gedigitaliseerd. De hogeresolutiebeelden zijn vanaf 22 februari om 12 uur beschikbaar voor raadpleging en bewondering op de collectiewebsite van Musea en Erfgoed Antwerpen.